Van bouwbesluit naar Besluit bouwwerken en leefomgeving
Per 1 januari 2024 gaat het bouwbesluit over naar het Besluit bouwwerken en leefomgeving (Bbl). Het Bbl maakt deel uit van de omgevingswet waarin ook het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is opgenomen.
Het Bal bevat regels voor burgers en bedrijfsleven bij activiteiten in de fysieke leefomgeving. Het Bal is de opvolger van het Activiteitenbesluit en het gaat dus met name om milieubelastende activiteiten. Het Bbl bevat regels waar burgers en bedrijfsleven aan moeten voldoen bij het bouwen, gebruiken en slopen van bouwwerken. Het Bbl is de opvolger van het Bouwbesluit en bevat op hoofdlijnen ook dezelfde regels. De regels over gebouwgebonden installaties uit het Activiteitenbesluit en de regels uit het Besluit Energiegebruik gebouwen zijn toegevoegd aan het Bbl.
Het Bkl is van toepassing op het Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten. Het Bkl bevat onder meer omgevingswaarden (eisen aan de kwaliteit van water, lucht, enz.) en onderwerpen die bij het opstellen van omgevingsplannen moeten worden meegenomen (instructieregels). Het Omgevingsbesluit tenslotte bevat onder meer procedureregels over de wijze waarop omgevingsvisies en -plannen tot stand komen en de wijze waarop de overheid toezicht en handhaving moet vormgeven.
Met de invoering van de Omgevingswet wordt ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) van kracht. De Wkb introduceert een zogenoemde kwaliteitsborger die – vooralsnog alleen bij eenvoudige bouwactiviteiten – bouwplannen beoordeelt, meekijkt tijdens de uitvoering en na afloop een verklaring afgeeft dat aan de voorschriften is voldaan. De overgang van bouwbesluit naar Bbl zal voor de regelmatige gebruiker wennen zijn. In plaats van de indeling naar onderwerp (veiligheid, gezondheid enzovoort) is het Bbl ingedeeld in bouwfasen: bestaande bouw, nieuw- en verbouw, verplaatsen, functiewijziging enzovoort.
De belangrijkste wijzigingen voor bestaande bouw:
- De gebruiksvergunning, de omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik vervalt en wordt een gebruiksmelding (Bbl 6.7). In deze verplichting is ‘woonfunctie met zorg’ nu ook opgenomen.
- Onderhoud en beheer Brandmeld- en ontruimingsinstallatie, nu conform de NEN2654-1 (BB2012 6.20 lid 8), in het Bbl geregeld onder zorgplicht (Bbl 2.6 en 6.32).
- De eigenaar van een bouwwerk is hoofdelijk aansprakelijk voor het nakomen van wet- en regelgeving, goed huisvaderschap staat hierin voorop.
- Automatische brandblusinstallaties (sprinkler) is verplicht bij parkeervoorzieningen onder slaapgebouwen, dus bouwwerken met woon-, bijeenkomst-, cel-, logiesfunctie en gezondheidszorgfunctie met bedgebied (Bbl 4.223A).
- Vluchtroute woongebied: er zijn geen brandbare objecten in een verkeersruimte waardoor een vluchtroute voert (Bbl 6.15A), tenzij deze aantoonbaar onbrandbaar zijn volgens de NEN6064 of voldoet aan brandklasse A1 NEN-EN 13501-1.
De wijzigingen hebben een behoorlijke impact op exploitatie en gebruik van een bouwwerk. Voor de eigenaar is het waarschijnlijk een zoektocht welke wijzigingen gaan gelden voor het eigen vastgoed. De adviseurs van AAG kunnen ondersteunen en adviseren welke stappen gezet moeten worden. Om vervelende verassingen te voorkomen adviseren wij om tijdig actie te ondernemen. Neem voor meer informatie contact op met Werner Spierings, projectleider, via 073 6409741.
Deel dit bericht:
Ontdek meer over AAG
Bekijk onze expertises en klantcases of lees meer over ons!