Het ravijnjaar 2026
Werk jij bij een zorgorganisatie waarbij (een deel) van de zorg wordt gefinancierd door gemeenten? Lees dit stuk dan aandachtig door. Het ravijnjaar 2026 staat voor het gat tussen het oude en het nieuwe financieringssysteem. In feite is er in 2026 dus géén systeem.
Gemeenten ontvangen ongeveer de helft van hun inkomsten uit het gemeentefonds. In de oude financieringsopzet groeide het gemeentefonds jaarlijks mee met de omvang van de rijksuitgaven. Als de rijksuitgaven stegen, ging de uitkering uit het gemeentefonds omhoog. En als de rijksuitgaven daalden, nam de omvang af. Een nieuw regeerakkoord kon daardoor grote gevolgen hebben voor de gemeentefinanciën.
In het coalitieakkoord van 2021 is afgesproken om tot een stabielere financiering van de medeoverheden te komen en hiermee hun autonomie te vergroten. Op basis hiervan is een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 uitgewerkt, waarbij ook de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied is betrokken. In de nieuwe opzet houdt de groei van het gemeentefonds gelijke tred met de meerjarige ontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Hierdoor zijn gemeenten minder afhankelijk van wat er in een regeerakkoord wordt afgesproken. Het ravijnjaar 2026 staat voor het gat tussen het oude en het nieuwe financieringssysteem. In feite is er in 2026 dus géén systeem.
Tot en met 2025 zijn gemeenten redelijk zeker van hun inkomsten. Pas in 2027 wordt gestart met het nieuwe systeem. Dit creëert in 2026 een jaar van financiële onzekerheid waarin gemeenten een aanzienlijk tekort aan inkomsten kunnen ervaren. Dit tekort, geschat op ongeveer 3 miljard euro (oftewel een korting van circa 8%), zet de budgetten van gemeenten onder druk, waardoor hun vermogen om essentiële diensten te financieren mogelijk in gevaar komt. Voor elke gemeente is het resultaat van deze herijking anders, maar geen enkele gemeente gaat erop vooruit. Gemeenten moeten ondanks deze wrange realiteit wel blijven zorgen voor hun jeugd, ouderen, veiligheid etc.
Het financiële tekort dwingt gemeenten om strategische keuzes te maken en hun uitgaven kritisch te evalueren. Veel gemeenteraden worstelen echter nu al met het opstellen van sluitende begrotingen en kadernota’s.
De meningen of het ravijnjaar daadwerkelijk een desastreus effect heeft op de financiële huishouding van de gemeenten, en daaruit volgend de uitvoering van de gemeentelijke taken, zijn verdeeld. Er zijn in principe twee standpunten hierin te onderscheiden:
Standpunt 1: Het ravijnjaar 2026 wordt opgelost door de Miljoenennota 2025
Voorstanders van het idee dat de problemen rond 2026 zijn opgelost, wijzen naar de financiële maatregelen die in de Miljoenennota 2025 worden aangekondigd. In deze nota wordt duidelijk dat er extra middelen beschikbaar komen voor gemeenten om de gevolgen van bevolkingsgroei, vergrijzing en de oplopende kosten in het sociaal domein op te vangen.
Met name de verhoging van het gemeentefonds tot 2025 heeft bijgedragen aan een versterking van de financiële basis van gemeenten. De tijdelijke buffer die wordt opgebouwd met de extra middelen van de jaren 2022-2025 kan dienen om de terugval in 2026 op te vangen. Hierdoor kunnen gemeenten doorgaan met belangrijke investeringen in bijvoorbeeld de sociale zorg, woningbouw en energietransitie.
Daarnaast biedt de miljoenennota 2025 perspectief op de uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied. Dit zou gemeenten de ruimte geven om zelf meer inkomsten te genereren. Vanuit dit perspectief lijkt het ravijnjaar beheersbaar, mits gemeenten verstandig omgaan met hun financiële planning en de tijdelijke buffers goed benutten.
Standpunt 2: Het ravijnjaar 2026 is niet opgelost door de Miljoenennota 2025
Tegenstanders zijn echter van mening dat de structurele problemen waarmee gemeenten worden geconfronteerd niet worden opgelost door de miljoenennota 2025. Hoewel de tijdelijke verhoging van het gemeentefonds en het advies om buffers op te bouwen zeker enige verlichting bieden, blijven de onderliggende uitdagingen bestaan.
De belangrijkste kritiek komt voort uit de onzekere toekomst van de financiering vanaf 2026. Het huidige systeem, waarin de gemeentelijke inkomsten meebewegen met de Rijksuitgaven, wordt afgeschaft. Vanaf 2026 zullen de bijdragen aan gemeenten alleen nog worden aangepast voor loon- en prijsontwikkelingen. Tegelijkertijd blijven de kosten voor het sociaal domein en dan met name de jeugdzorg, stijgen. De open-einde regeling in de jeugdzorg maakt het voor gemeenten vrijwel onmogelijk om de kosten te beheersen.
Oplossingsrichtingen/tools gemeenten
Ondanks dat de meningen over het uiteindelijke effect van het ravijnjaar verdeeld zijn, is het wel duidelijk dat gemeenten op korte termijn actie moeten gaan ondernemen om de uitdagingen rondom het ravijnjaar het hoofd te kunnen bieden.
Dit kan door een aantal financieel gedreven maatregelen door te voeren, zoals het opleggen van taakstellingen, het uitbetalen van lagere vergoedingen, het op laten lopen van wachtlijsten of het afspreken van budgetplafonds. Deze maatregelen kunnen op korte termijn een positief effect hebben op de financiële huishouding van de gemeenten. Echter, dit kan ook een vorm van goedkoop is duurkoop zijn, met de op de langere termijn nadelige zorginhoudelijke en financiële gevolgen.
Het heeft de voorkeur om vanuit ambitie en visie de gemeentelijke organisatie klaar te stomen voor de toekomst. Het doel is om te komen tot een wendbare organisatie die opgavegericht werkt en ervoor zorgt dat de inhoud en beleidsdoelen leidend zijn én binnen financiële kaders passen (oftewel het toewerken naar een helder meerjarenperspectief). Het advies is om nu al te starten met het wendbaar en toekomstgericht maken van het sociaal domein. Hierbij kan gedacht worden aan de volgende oplossingsrichtingen/tools:
- Het is tijd voor een fundamentele discussie over de taken binnen het sociaal domein, met de mogelijkheid om kosten te beheersen via een inkomensafhankelijke bijdrage.
- Door vroegtijdig problemen te signaleren en te focussen op preventie en innovatieve zorgmodellen kunnen de kosten voor sociale voorzieningen worden beperkt.
- Het is belangrijk voor gemeenten om inzicht te krijgen in de huidige financiële positie. Dit betekent het krijgen van een duidelijk beeld van de beschikbare middelen, de uitgaven en de verwachte vermindering van inkomsten. Met de juiste inzichten kunnen gemeenten beter anticiperen op de uitdagingen die voor hen liggen. Inzicht biedt overzicht en uitzicht op mogelijke oplossingen. Het gebruik van data-analyse kan gemeenten helpen te begrijpen waar hun geld naartoe gaat en waar besparingen mogelijk zijn. Simulatiemodellen kunnen helpen bij het voorspellen van toekomstige scenario’s en het evalueren van de effecten van verschillende beleidskeuzes.
- Optimaliseer de financiële planning. Werk samen met financiële experts om gedetailleerde en realistische begrotingen op te stellen.
- Betrek de gemeenschap. Communiceer duidelijk met burgers over de financiële uitdagingen en de genomen maatregelen. Transparantie en betrokkenheid kunnen het draagvlak vergroten.
- Onderzoek mogelijkheden om de eigen inkomsten te verhogen, bijvoorbeeld door efficiënter gebruik van gemeentelijke eigendommen en innovatieve financieringsmethoden.
Door proactief te handelen en slimme, data-gedreven beslissingen te nemen, kunnen gemeenten de impact van het ravijnjaar 2026 beter beheersen en zo blijven voldoen aan hun verplichtingen tegenover de inwoners.
Wat kunnen zorginstellingen zelf doen?
Stappenplan:
- Nagaan wat het aandeel van het sociaal domein (Wmo en Jeugdzorg) is binnen de totale opbrengsten van de zorginstelling.
- Focus op de gemeenten met de grootste omvang in euro’s en aantal cliënten.
- Per gemeente nagaan wat de ontwikkelingen zijn met betrekking tot het zorgbudget in de gemeentelijke meerjarenbegroting. Is er een duidelijke reductie te zien in/vanaf 2026?
- Zo ja, nagaan wat de looptijden zijn van de overeenkomsten en de subsidies van de betreffende gemeenten. Is de einddatum 31 december 2025, dan bestaat er mogelijkheid dat er vanaf 2026 een minder aantrekkelijke overeenkomst kan worden afgesloten of dat de subsidie niet wordt verlengd.
- Nagaan of er in de nieuwe aanbestedingen (voor 2026 en verder) een omzetgarantie is opgenomen.
- Indien een overeenkomst of een subsidie een looptijd heeft tot 2026, 2027 of verder, nagaan of er in de lopende overeenkomsten een omzetgarantie is opgenomen. Als dat niet geval is, kunnen de opbrengsten vanaf 2026 lager uitvallen, doordat er eventueel minder of kortere indicaties worden afgegeven door de betreffende gemeenten.
Op basis van het bovenstaande stappenplan kan vastgesteld worden of de opbrengsten in het sociaal domein vanaf 2026 naar beneden moeten worden bijgesteld. Hierop zal de zorginstelling op tijd actie moeten ondernemen, door te kijken of het mogelijk is om de kosten te reduceren. Indien dit niet mogelijk is, moet er een besluit worden genomen of het nog zinvol is om vanaf 2026 zorg te verlenen in de betreffende gemeenten. Voordat een dergelijk besluit kan worden genomen, is het aan te raden om eerst contact te zoeken met de gemeenten (contractmanager, beleid en/of financiën) om meer inzicht te krijgen in hoeverre de gemeenten daadwerkelijk aan de slag zijn gegaan met een helder meerjarenperspectief. Als het slechts om een eenmalige en beperkte daling van de opbrengsten in 2026 gaat, kan er, vanuit een lange termijn perspectief, alsnog worden besloten om de zorgverlening vanaf 2026 in de betreffende gemeenten te continueren.
Vanuit AAG ondersteunen en adviseren wij zorgorganisaties op het gebied van zorgfinanciering, subsidieaanvragen, zorgverkoop en aanbestedingen. Heb jij behoefte aan een geschikte partner om hiermee aan de slag te gaan? Neem dan contact op met Arnoud Zanen.
Geraadpleegde bronnen:
Hiemstra en De Vries
Trias Politica Advies
Hofmeier
Gemeente.nu (artikel Jet Smits)
BMC
Deel dit bericht:
Ontdek meer over AAG
Bekijk onze expertises en klantcases of lees meer over ons!