Beslagvrije voet per 1 januari 2025
Per 1 januari 2025 gelden er nieuwe bedragen voor de maandelijkse beslagvrije voet bij een loonbeslag. De bedragen voor alle vier categorieën – alleenstaanden, alleenstaande ouderen, gehuwden zonder kinderen en gehuwden met kinderen – gaan omhoog.
Soms krijgen werkgevers te maken met een loonbeslag. Daarbij legt de schuldeiser van een werknemer beslag op een deel van het loon van de werknemer. Het deel van het loon wat de werknemer mag houden voor zijn levensonderhoud en vaste lasten is de zogenoemde beslagvrije voet. Er geldt een berekeningswijze voor het bepalen van de hoogte van de beslagvrije voet. De hoogte hangt af van de hoogte van het inkomen van een werknemer. Er zijn drie inkomensgroepen (hoog, midden en laag).
Vaste bedragen voor hoge inkomens
De bedragen voor de beslagvrije voet die gelden voor de groep met een hoog inkomen zijn de maximumbedragen voor de beslagvrije voet. Werknemers die behoren tot deze groep hebben vanwege de hoogte van hun inkomen geen recht op toeslagen. Voor deze werknemers gelden vanaf 1 januari 2025 de volgende maximumbedragen:
- voor een alleenstaande: € 2.071,24;
- voor een alleenstaande ouder: € 2.242,24;
- voor gehuwden zonder kinderen: € 2.739,03;
- voor gehuwden met één of meer kinderen: € 2.855,96;
Voor werknemers uit de inkomensgroep met een middeninkomen is de beslagvrije voet opgebouwd uit verschillende componenten. Hun beslagvrije voet wordt berekend met een formule die in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat. Voor werknemers met een laag inkomen – gelijk aan of lager dan de voor hen geldende bijstandsnorm – is de beslagvrije voet 95% van het netto inkomen, inclusief het vakantiegeld, dat officieel vakantiebijslag heet. Deze werknemers hebben daardoor altijd 5% afloscapaciteit
Bij meerdere beslagen op het inkomen van de medewerker wijzen de beslagleggers een ‘coördinerend deurwaarder’ aan. Dit is het enige aanspreekpunt voor alles wat met het beslag te maken heeft.
Van de beslag leggende partij die optreedt als coördinerend deurwaarder ontvangt de werkgever daarover een bericht.
De werkgever draagt een deel van het inkomen van de medewerker af aan de beslaglegger die de coördinerend deurwaarder is. Deze zorgt voor de juiste verdeling van de afdracht met de andere schuldeisers. De coördinerend deurwaarder is niet altijd de beslaglegger die het eerste loonbeslag heeft gelegd. Soms krijgt een andere beslaglegger voorrang. Die neemt dan de rol van coördinerend deurwaarder op zich.
Deel dit bericht:
Ontdek meer over AAG
Bekijk onze expertises en klantcases of lees meer over ons!