Met deze aanpassingen wil het kabinet zorgen voor meer zekerheid op de arbeidsmarkt. “Twee miljoen mensen werken momenteel onder een onzeker contract. Een aantal dat de afgelopen 10 jaar enorm is toegenomen. Het pakket bestaat o.a. uit de volgende maatregelingen:
Vast contract als uitgangspunt
Voor structureel werk is een (vast) contract het uitgangspunt. Daarom krijgen werkenden met een oproepcontract voortaan een vast basiscontract voor het aantal uur waarvoor ze ten minste standaard worden ingeroosterd. Zo weten werknemers beter waar ze aan toe zijn.
Nulurencontracten komen te vervallen
Nulurencontracten worden afgeschaft en mogen niet meer worden afgesloten. Wie werkt via een uitzendbureau krijgt sneller een contract met meer zekerheid. Ook worden de regels voor tijdelijke contracten strenger, zodat tijdelijk werk ook echt tijdelijk wordt ingezet.
Ketenregeling met vijf jaar wachttijd
Na drie aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever, mag pas na vijf jaar een nieuw contract worden gegeven in plaats van na zes maanden. Zo wordt een einde gemaakt aan draaideurconstructies, waarbij werkenden langdurig van tijdelijk contract naar tijdelijk contract gaan.
Verplichte AOV voor zelfstandigen
Voor zelfstandigen komt er een verplichte, betaalbare arbeidsongeschiktheidsverzekering, zodat ze een vangnet hebben als ze arbeidsongeschikt worden.
Zekerheid over zieke werknemer voor kleine werkgever
Als een werknemer langdurig ziek is, blijven werkgevers nu te lang in onzekerheid of een zieke werknemer nog terugkeert. Het is dan niet mogelijk om tijdig een vervanger in (vaste) dienst te nemen. Daarom krijgen kleine werkgevers na één jaar ziekte van een medewerker duidelijkheid over de vraag of ze een medewerker structureel kunnen laten vervangen.
Herziening WW premie
Het vaste basiscontract gaat onder de lage WW-premie vallen. In premiedifferentiatie WW is voor vaste contracten geregeld dat overwerk tot en met 30 procent van het aantal contracturen mogelijk is onder de lage WW-premie. Als gemiddeld over het jaar meer dan 30 procent wordt overgewerkt, is de werkgever met terugwerkende kracht de hoge WW-premie verschuldigd. Op deze hoofdregel is een uitzondering opgenomen voor voltijdscontracten. Voor contracten met een gemiddelde arbeidsomvang van minimaal 35 uur per week geldt de 30%-herzieningssituatie namelijk niet. De grens van minimaal 35 uur wordt aangepast naar meer dan 30 uur per week.
Na 12 maanden aanbod tot aanpassing arbeidsomvang
Als werknemers structureel meer uren werken dan in hun contract minimaal is vastgesteld, dan volgt (zoals eerder via de Wet arbeidsmarkt in balans geregeld voor de huidige oproepcontracten) na 12 maanden een aanbod tot aanpassing van de arbeidsomvang in het contract. Scholieren en studenten kunnen met een bijbaan nog wel blijven werken op basis van de huidige oproepcontracten.
Deel dit bericht:
Ontdek meer over AAG
Bekijk onze expertises en klantcases of lees meer over ons!